Cornelis Jacobszoon Drebbel (1572-1633)

Cornelis Jacobszoon Drebbel (1572-1633) was uitvinder, natuurkundige, alchemist en monteur. Het grootste deel van zijn leven woonde hij in Engeland. Hij wordt beschouwd als de uitvinder van de duikboot. Omstreeks 1590 begon hij zijn opleiding aan de academie in Haarlem, waar hij werd opgeleid door graveur Hendrick Goltzius. Na zijn huwelijk woonde hij in Alkmaar, waar hij gravures en kaarten publiceerde. Sinds 1604 werkte hij in dienst van de Engelse koning James I.

Cornelis Drebbel wordt beschouwd als de uitvinder van de duikboot.

Cornelis Drebbel werd beroemd om zijn soms bijzondere uitvindingen. De belangrijkste hiervan zijn een thermostaat voor een zelfregulerende oven, een broedmachine voor kuikens die volgens dit principe werkte, apparaten voor het produceren van regen, bliksem, donder en kou, waarover niets precies bekend is. In 1610 vertrok Drebbel op uitnodiging naar het hof van keizer Rudolf II in Praag. Hij sprak daar onder andere Johannes Kepler. Hij bleef twee jaar in Praag, construeerde er perpetua mobile en mijnpompen, maar nadat Rudolf door zijn broer Matthias was afgezet keerde Drebbel, na een korte gevangenschap, met zijn gezin in 1613 terug naar Londen.

Op verzoek van keizer Ferdinand II ging hij opnieuw naar Praag als leraar van zijn zonen en werd na de verovering van Praag in 1620 gevangen genomen, waar hij ook zijn fortuin verloor. Na een tussenkomst van de Engelse koning werd hij vrijgelaten en keerde hij terug naar Londen. Aan het einde van zijn leven raakte hij verarmd en werd hij tollenaar in de buurt van London Bridge.