De grondbeginselen van het stereozien

6 juni 2017

Het geheel nieuwe studieboek “Foundation of Binocular Vision” bespreekt de stand van ontwikkeling en onderzoek op het gebied van het stereozien. Zowel de theoretische grondbeginselen, als de belangrijkste onderzoeksmethoden en de praktische ervaringen komen daarbij in ruime mate aan de orde. Door de fundamentele en wetenschappelijke benadering van het verschijnsel van stereozien, maar vooral de overzichtelijke behandeling van de onderwerpen, is dit boek in de eerste plaats bedoeld voor medische studenten in de oogheelkunde en voor opleidingen voor optometrist en opticiën.

De grondbeginselen van het stereozien

Foundations of Binocular Vision

Ook voor studies in de psychologie, fysiologie en multimedia draagt de inhoud van dit bijzondere boek bij aan de verrijking van kennis over de visuele waarneming van de mens. De auteurs behandelen de aspecten van het binoculair zien, of wel het stereozien, in negen hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk geven zij gedetailleerd antwoord op de vraag: “Waarom hebben wij twee ogen?” Daarna bespreken zij de aspecten locatie, kijkrichting, oriëntatie en het optische systeem van het waarnemen van objecten. De gebruikte afbeeldingen illustreren op een voortreffelijke wijze dit lastige gedeelte.

In de hoofdstukken daarna vindt de gebruiker van dit studieboek een diepgaande verklaring van de verschillende aspecten van het binoculair zien die uiteindelijk verantwoordelijk worden gehouden voor het driedimensionaal zien, het zien van diepte. De auteurs laten daarbij meerdere resultaten uit diverse onderzoeken met proefpersonen zien. Kennis van de grondbeginselen van de visuele waarneming is wel een eerste vereiste om de geboden leerstof te kunnen begrijpen. Het stereoscopisch zien is al eeuwen lang een interessant onderzoeksgebied voor wetenschappers en geneeskundigen.

De grondbeginselen van het stereozien - 2 De grondbeginselen van het stereozien - 3 De grondbeginselen van het stereozien - 4

Pas na de presentatie van Sir Charles Wheatstone, waarin hij twee stereoparen tot een stereoscopisch beeld omvormde, werden er meer systemen bedacht om stereoscopische afbeeldingen te tonen. Langs elektronische weg is een geheel nieuwe ontwikkeling ontstaan. Het studieboek bespreekt de meest voorkomende technieken en systemen. Een bijzondere plaats is ingeruimd voor de behandeling van de random-dot stereogrammen en autostereogrammen. In de laatste twee hoofdstukken gaan de auteurs in op de achtergronden van het verwerken van de afbeeldingen op ons netvlies in onze hersenen en houden een pleidooi voor continu vervolgonderzoek naar het boeiende verschijnsel van zien en waarnemen.

Elk hoofdstuk bevat compacte samenvattingen en korte herhalingen van de belangrijkste punten uit de behandelde leerstof. Tevens sluit elk hoofdstuk af met een literatuuropgave. Een trefwoordenregister is aan het eind van het boek opgenomen. Het geheel is een zeer gedegen studieboek voor studenten in opleidingen op universitair niveau.

ISBN 0 8385 2670 5, “Foundations of Binocular Vision”, Scott B. Steinman, Barbara A. Steinman, Ralph Philip Garzia, McGraw-Hill, 2000, 345 pagina’s.