Edward Teller (1908-2003)

De Amerikaans natuurkundige Edward Teller (1908-2003) is van Joods-Hongaarse afkomst en wordt in diverse kringen de vader van de waterstofbom genoemd. Hij was het niet eens met deze betiteling. Geboren is Edward Teller in Boedapest. Hij studeerde aan de Technische Hogeschool van Karlsruhe en promoveerde in 1930 in Leipzig bij de bekende natuurkundigen Friedrich Hermann Hund en Werner Karl Heisenberg.

Vanwege de Joodse-afkomst besloot hij in 1933 het sterk “veranderde” Duitsland te verlaten en emigreerde naar Engeland. In 1935 emigreerde hij naar de USA en kwam al snel te werken binnen de groep personen die verbonden waren aan het zogenoemde Manhattanproject.

In dit project werd gewerkt aan de ontwikkeling van de eerste atoombom. Zijn jeugd verliep wat chaotisch en zijn studiekeuzen voldeden maar ten dele aan de wensen van zijn ouders. Uiteindelijk koos hij voor de natuurkunde. Na zijn promotie in 1930 bracht hij twee jaar door aan de universiteit van Göttingen.

Voordat hij in de USA aankwam verbleef hij nog een jaar in Kopenhagen en volgde de colleges bij Niels Bohr. Naast zijn werkzaamheden aan de atoombom, spande hij zich in om nucleaire wapens te ontwikkelen. In 1946 werd hij benoemd tot professor aan de Universiteit van Chicago en richtte zich op de theoretische fysica. In 1950 ging hij door nieuwe verhoudingen in de wereldmacht weer meewerken aan het H-project. De rest van zijn werkzame leven was hij bezig met het toepassen van kernenergie.