Filatelistische aandacht voor: Alexander Graham Bell (7)

Het allereerste “eureka”-moment rondom de uitvinding van de telefoon is nauwelijks vast te stellen voor historici en voor de diepgravende postzegelverzamelaars. Heel veel personen droegen namelijk hun steentjes bij aan de ontwikkeling van de telefoon. Slechts de meest slimste, handigste en misschien sluwste personen wisten uit de “som der delen” een “geheel” te maken op papier en soms met echte onderdelen in de demonstraties voor geldschieters en belangstellenden, om daarna een octrooi op hun “uitvinding” aan te vragen.

De decibel is naar Alexander Graham Bell vernoemd.

Zo is het volgens historici gegaan bij het verlenen van een octrooi voor de telefoon aan Alexander Graham Bell in 1876 en 20 jaar later in 1896 aan de Italiaanse uitvinder Guglielmo Marconi voor zijn apparaat voor draadloze telegrafie. Naast alle eerder genoemde personen, die bij droegen aan de eerste werkende via een draad gebonden telefoonverbinding, verdienen ook de volgende personen aandacht voor hun kleinere maar essentiële bijdragen, zoals die voor de koolstaafmicrofoon van David Huges, de koolkorrelmicrofoon van Henry Hunnings en de beschrijving van de telefoon in 1854 door Charles Bourseul.

De eenheid voor logaritmische vermogensverhoudingen, de decibel, is naar Alexander Graham Bell vernoemd.
In de 20e eeuw werden telefoons al snel standaard apparaten voor thuis en in het werk en kwam een stroom van nieuwe ontwikkelingen op gang. De moderne mobiele telefoon werd toegeschreven aan Martin Cooper en werd in 1973 bij Motorola voor het eerst met succes gedemonstreerd en is inmiddels het digitale tijdperk een feit. (Wordt vervolgd).