Filatelistische aandacht voor: Anaglyf & Stereoscopie (13)

Het is de Engelse natuurkundige en uitvinder Sir Charles Wheatstone (1802-1875) die in het jaar 1833 een ingewikkeld zelfgebouwd stereoscopisch kijkapparaat presenteerde voor het experimenteren en demonstreren met stereoscopisch getekende afbeeldingen. Hij ontwikkelde daarvoor een spiegelstereoscoop met twee spiegels, waarmee direct het zogenoemde stereopaar bekeken kan worden en het diepte-effect meteen opvalt.

In 1830 beschreef Charles Wheatstone het stereoscopisch zien.

In het jaar 1830 beschreef Charles Wheatstone de theorie van het stereoscopisch zien. Daarna ging hij door experimenten dieper op de praktische uitwerkingen ervan in. De stereoscopie is een beeldtechniek voor het realiseren van beelden met een ruimtelijk effect. Deze ruimtelijke indruk ontstaat door een combinatie van de linker en rechter afbeelding van twee nagenoeg gelijke tekeningen of fotografische opnamen, een specifieke positie van beide voorstellingen en uiteindelijk vanuit een optimale werking van ons complete visuele systeem van zien en waarnemen.

Stereoscoop van Charles Wheatstone (1802-1875).

Het linker en rechter beeld moeten wel gelijktijdig met een speciale methode bekeken worden. Een tijdje daarna ontwikkelde de Schotse natuurkundige en tevens uitvinder David Brewster (1781-1868) een compacte stereoscopische kijker in 1849. Met de stereoscopische kijker kunnen compacte stereoscopische foto-opnamen worden bekeken. Hij is daarmee de uitvinder van de dioptrische stereoscoop geworden. Bovendien wordt David Brewster als de uitvinder van de caleidoscoop beschouwd. De Engelse filmpionier William Friese-Greene (1855-1921) verkreeg in 1890 het eerste patent op een methode van stereoscopische projectie voor het theater. (Wordt vervolgd).