Filatelistische aandacht voor: Fotografie (5)

In 1820 begon Nicéphore aan een forse serie fotografische experimenten. Hij gebruikte platen van glas, steen en metaal, die werden voorzien van een dun laagje speciale bitumen en van een hars. In 1822 werden de eerste blauwdrukken van tekeningen gemaakt door licht te schijnen op een transparante tekening, die ligt op een lichtgevoelige substantie. De beelden werden beter herkenbaar en waren langer te bewaren.

Pioniers van de fotografie

In 1822 maakte hij zijn eerste foto’s op een gecoate lithografische steen met behulp van een camera obscura. Zijn financiële positie wordt steeds slechter en het aantal leningen neemt toe. Na meerdere jaren van experimenteren met lichtgevoelige oppervlakten en het effect van natuurlijke lichtstraling op de gebruikte lichtgevoelige materialen, ontstond in het Franse dorpje Saint-Loup-de-Varennes na een belichting van vermoedelijk tussen 8 en 20 uur in 1826 het eerst bekende fotografische beeld ter wereld.

Hij maakte daarbij gebruik van een camera obscura. Zijn eerste fotografische opname vond plaats met behulp van het zonlicht als noodzakelijke lichtbron. Op een koperen plaat met een dun laagje zilverchloride, werd een extra laagje geëtst door verdund salpeterzuur. De plaat werd vervolgens aan jodiumdamp blootgesteld, waardoor er een dun lichtgevoelig laagje ontstond. Via het gebruik van een camera obscura ontstond het fotografische negatief beeld van de werkelijkheid. (Wordt vervolgd).