Filatelistische aandacht voor: Fotografie (6)
De eerste landschapsfoto maakte Niépce vanuit het raam van zijn werkkamer in Saint-Loup-de-Varennes, een dorpje in de directe omgeving van Chalon-sur-Saône. Er is overigens ook een oudere foto van Niépce bekend, die hij maakte in 1825. De allereerste permanente foto “Uitzicht vanuit het raam in Le Gras” is gemaakt vanuit een bovenste raam van zijn huis en op het beeld staan ironisch genoeg de bijgebouwen en de binnenplaats van zijn financieel zwaar belaste onroerend goed.
Pioniers van de fotografie
Nicéphore Niépce zat in diepe financiële problemen. De Parijse optica-technicus en lenzenslijper Chevalier, die aan zowel Niépce als aan Daguerre lenzen leverde, bracht hem in 1826 in contact met Louis Jacques Mandé Daguerre (1787-1851), een Parijse schilder. In 1827 ging Niépce naar Londen en presenteerde het resultaat en beschrijvingen over heliografie aan een groot gezelschap van de Royal Society in Londen en vraagt er om financiële steun.
Heel succesvol was deze voordracht voor hem niet. De afwijzing voor de financiële steun is naar alle waarschijnlijkheid gebaseerd op het feit dat Niépce weigerde om zijn formule en technische gegevens van zijn fotografisch proces bekend te maken bij het gezelschap van de Royal Society. Louis Daguerre werd geboren in het dorp Cormeilles-en-Parisis. Daguerre reisde voor een job op nog jonge leeftijd in 1804 naar Parijs en leerde voor theaterschilder. (Wordt vervolgd).
Gerelateerde artikelen
Gerelateerde webshop producten

Tête à Tarte
nu voor € 130,00
Front 14/18
nu voor € 24,80
Berlin 3D
nu voor € 20,00
Jos de Mey Kunstboek
nu voor € 25,00Top 10 populairste artikelen
- Necker Kubus Illusie
- Figuur van Thiéry
- Müller-Lyer Illusie
- Les in het construeren van visuele en optische illusies
- Maak zelf je 3D illusies
- Fenomeen van trompe-l'oeil en andere optische illusies
- Surrealisme als kunst tussen droom en werkelijkheid
- Optisch bedrog in onze visuele waarnemingen
- Op Art Museum presenteert optische illusies
- Kleurrijke prikkels van Jeroen Krabbé