Filatelistische aandacht voor: Het oog en oogheelkunde (34)

16 augustus 2024

De auteur verklaart aan de hand van de resultaten uit eerdere fysiologische onderzoeken door A.W. Volkmann (1864), het merkwaardige feit dat wij niet nauwkeurig genoeg omgaan met de echte horizon en echte verticale lijnen. Een kleine hoekverdraaiing in sommige lijntjes laat direct al een optisch bedrog ontstaan. Het snelst komt dit verschijnsel tot uitdrukking bij de geometrisch-optische verschijnselen.

Filatelistische aandacht voor: Het oog en oogheelkunde (34)

Über optische Täuschung

Een kleine hoekverdraaiing van één van de schuine lijntjes in de Poggendorff-illusie heeft grote invloed op het optisch effect. In de figuurtje is het al snel duidelijk dat de schuine lijntjes niet in elkaars verlengden liggen. Maar let op, hier is sprake van een bedrog van onze waarneming. Het rechter figuurtje laat de schuine lijntjes bij de eerste observatie in elkaars verlengde waarnemen.

Filatelistische aandacht voor: Het oog en oogheelkunde (34) - 2 Filatelistische aandacht voor: Het oog en oogheelkunde (34) - 3 Filatelistische aandacht voor: Het oog en oogheelkunde (34) - 4

Het bovenste schuine lijntje in dit figuurtje heeft echter een geringe hoekcorrectie gekregen. Leuk om kennis op te doen door dit experiment en vele andere klassieke optische paradoxen te ervaren. Het tweede gedeelte van dit waardevolle studieboekje bespreekt de optische illusie, die ervaren wordt bij het kijken naar de zon, maan en sterren aan de horizon en de relatie met de kromming van de hemel. De maanillusie is daar een voorbeeld van. (Wordt vervolgd).

ISBN 978-3-9587-0181-6, “Über optische Täuschung”, W. von Ze-hender, Nexx Verlag, 2015, 121 pagina’s.