Het meten van lichtsnelheid werd een race tegen de klok (2)

1 november 2021

In de negentiende eeuw zien we dat Faraday en Maxwell worstelen om te begrijpen hoe licht zich door het vacuüm van de ruimte ongeremd kan voortplanten, tenzij er toch een remmende spookachtige etherschuim de lichtstraling zou kunnen afremmen. We volgen de activiteiten van de briljant begaafde onderzoekers als Heinrich Hertz, ontdekker van de radio, Albert Michelson met zijn zoektocht naar de etherwind en Leon Foucault en Hippolyte Fizeau met hun draaiende spiegels en hun lichtstralen over de daken van Parijs.

Het meten van lichtsnelheid werd een race tegen de klok (2)

Lightspeed

Berichten over het sneller dan licht bewegen met behulp van kwantumverstrengeling en de realiteit van de kwantumwereld, besluiten dit zeer waardevolle leer- en referentieboek, dat de lezers ook nog verrast op achtergrondinformatie over het intellectuele avontuur van de uiteindelijke realisatie van de mobiele telefoon en satellietnavigatie en voor velen de relativiteitstheorie bespreekbaar te maken.

De wetenschap en verklaringen van het natuurlijke licht worden behandeld vanuit het perspectief van de persoonlijke geschiedenissen en de details van de grote wetenschappers, die de vrije snelheid van het licht hebben gemeten. Het rijk geïllustreerde boek eindigt met vijf interessante bijlagen (met o.a. de exacte snelheid van het licht als 299.792.458 m/s), met een literatuuroverzicht en trefwoordenregister. In dit meesterlijke informatieve boek zijn het vooral ook de gedetailleerde afbeeldingen van apparatuur en opstellingen, die in de experimenten werden gebruikt.

Het meten van lichtsnelheid werd een race tegen de klok (2) - 2
Ole Christensen Roemer (1644-1710) bepaalde in 1676 als eerste de snelheid van het licht en kwam uit op een snelheid van ongeveer 225.000 km/s.

ISBN 978-0-19-884196-8, “Lightspeed”, John C.H. Spence, Oxford University Press, 2020, 244 pagina’s.


Gerelateerde artikelen