Kleurenblindheid kan leiden tot foute visuele waarneming

1 december 2015

In 1925 verscheen aan de hand van Mary Collins de wetenschappelijke publicatie “Colour-Blindness” met het resultaat van haar onderzoek naar het bestaan van kleurenblindheid. Haar onderzoek vond plaats in het George Combe Psychological Laboratory in Edinburgh bij een groep studenten en in een korte periode. Centraal in het onderzoek stond de mate van aanwezigheid van het verschijnsel van een rood-groen kleurenblindheid. Het werd de start van een omvangrijk onderzoek naar het verschijnsel kleurenblindheid.

Kleurenblindheid kan leiden tot foute visuele waarneming

Colour-Blindness

De eindresultaten zijn op gedetailleerde wijze weergegeven en besproken in deze waardevolle publicatie. Voor studenten in verschillende universitaire studierichtingen een zeer bruikbare inspiratiebron en vraagbaak over een verschijnsel dat vaak onderbelicht wordt. Na haar voorwoord over de start van haar eerste activiteiten, volgt een uitgebreide introductie over het belang van onderzoek en de verschillende onderdelen en onderwerpen van de experimenten en de uiteindelijke resultaten en conclusies.

In de introductie wordt ook al gerefereerd aan baanbrekende werkzaamheden van John Dalton, de wetenschapper met een door hem zelf vastgestelde vorm van kleurenblindheid. De eerste officiële verhandelingen met bruikbare resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar het verschijnsel van kleurenblindheid dateren uit een periode rond 1777 en opgetekend uit een praktijkgeval van een schoenmaker, die aangaf dat zijn klanten veelal andere kleuren zagen dan hij zelf dacht te zien. Dit geval is beschreven door feiten en persoonlijke vanuit vertellingen.

Ruim daarvoor schreef een Engelse huisarts in 1684 een brief aan de Royal Society in Londen een bericht over een patiënt, die bij nader onderzoek nauwelijks in staat is om enige kleuren te onderscheiden. Het verschijnsel van kleurenblindheid (ook wel een kleurzienstoornis genoemd) werd voor het eerst op wetenschappelijke wijze onderzocht door John Dalton. In 1794 geeft hij over zijn bevindingen een lezing. Hij wist dat hij kleurenblind was en kon daardoor eigen ervaringen delen. In 1798 volgde zijn eerste wetenschappelijke publicatie “Extraordinary Facts Relating to the Vision of Colours”.

Kleurenblindheid kan leiden tot foute visuele waarneming - 2
Hermann von Helmholtz

Daarna volgden meerdere waardevolle bijdragen. Mary Collins geeft in haar inleiding een overzicht van bijdragen van onder andere de wetenschappers Johann Wolfgang von Goethe, Sir John Herschel, Georg Wilson, Clerk Maxwell, Hermann von Helmholtz, Frithiof Holmgren, Thomas Young en van Franciscus Cornelis Donders. De auteur bespreekt diverse kleurentheorieën met een speciale referentie tot kleurenblindheid. Als eerste komt de driekleurentheorie van Young-Helmholtz aan de orde. Dan volgen de theorie van McDougall, de theorie van Hering, de theorie van Müller, de theorie van Ladd-Franklin, de theorie van Schenck en de theorie van Edridge-Green. Daarna krijgen de lezers en gebruikers van de publicatie een overzicht van de verschillende kleurentesten, die toen in het vakgebied beschikbaar waren.

Ook is er uitgebreid ingegaan op de onderscheidelijke resultaten bij het gebruik van een bepaalde test. Ter afsluiting van zowel de vele theoretische grondslagen als van de vele praktische testresultaten en bijbehorende verklaringen geeft de auteur nog een algemene beschouwing en toelichting op de onderzochte personen. In een slotbeschouwing leest de gebruiker alles over de geconstateerde visuele afwijkingen bij het waarnemen van kleuren. Een lijst met geraadpleegde literatuur en een trefwoordenregister sluiten dit studieboek af.

ISBN 978-1-138-95305-5, “Colour-Blindness”, Mary Collins, Psychology Press, 2015 (een herdruk van een uitgave uit 1925), 237 pagina’s.