Kunst en wiskundigen

Lezers van het nieuwe Zebra-boekje 27 leren om met een wiskundige inslag naar zogenoemde wiskunst te kijken. Daarmee krijgt een vlakvulling, vormverandering, perspectief, onmogelijk figuur of illusie een bijzondere betekenis en waardering. Het kijken naar merkwaardige kunst van M.C. Escher is voor een wiskundige een fascinerende ervaring. Voor aankomende wiskundigen is dit mooie informatieve en rijk geïllustreerde boekje geschreven. De auteurs geven een relatie weer tussen wiskunde en kunst en zetten leerlingen aan tot wiskundige activiteiten. Docenten kunnen aan de hand van de onderwerpen vwo-leerlingen stimuleren werkstukken te maken of het onderwerp uit te diepen.

Bruno Ernst en Ton Konings

Het eerste hoofdstuk gaat over het begrip kunst en het probleem van het definiëren ervan. Met een aantal voorbeelden geven de auteurs een beeld van de ontwikkeling van de soms gespannen relatie tussen de kunst en de wiskunde. Het is vooral de uitvinding van het perspectief, die heeft bijgedragen aan de ontwikkeling en het gebruik van de projectieve meetkunde.

In het doeboekje vinden de leerlingen bij foto’s van kunstwerken vragen, opgaven en informatie om zelf aan de slag te gaan. Natuurlijk is er aandacht voor de Gulden Snede, Gulden Verdeling en Fibonacci. De auteurs hebben gezorgd voor variatie in de kunstwerken, vorm en afmetingen. Extra aandacht is er voor anamorfosen, pythagorasbomen en optische illusies in dit ook voor anderen leuke kunstboekje.

ISBN 978 90 5041 101 1, “Kunst en Wiskunde”, Bruno Ernst en Ton Konings, Epsilon Uitgaven, 2008, 64 pagina’s