Kunstzinnige ontwikkeling in abstracte expressionisme

12 augustus 2014

De historie van de informele en abstracte kunst bereikte tijdens het kunstevenement documenta II in Kassel een kunstzinnig hoogtepunt. Met onder andere het werk van de bekende Amerikaanse schilder Jackson Pollock werd deze deelstroming in de kunst aan het grote publiek getoond.

Kunstzinnige ontwikkeling in abstracte expressionisme

Le grand geste! Informel und Abstrakter Expressionismus 1946-1964

Het kunstevenement documenta II vond in het jaar 1959 plaats. Het is juist de periode van 14 jaar na het einde van een lange tijd van oorlogshandelingen, waarin er heftig werd geëxperimenteerd met spraakmakende kunst. De makers van de tentoonstelling “Le grand geste!” tonen aan de hand van 200 werken de weg van de internationale ontwikkelingen van het abstracte expressionisme, die liep vanuit Frankrijk en uit Amerika door Duitsland, Italië, Spanje, Nederland en andere Europese landen. De expositie gunt de bezoeker tevens een blik op de kunstzinnige ontwikkeling van meerdere kunstenaars. De voorstellingen op de meeste werken lijken ook op een algemeen protest van een verloren periode in de kunst, waarin een structuur ontbrak. De kunstzinnige vertegenwoordigers van de Avantgarde na 1945, nog vol van de vernietiging en desoriëntatie, zochten naar nieuwe uitdrukkingsvormen met de hoogste vrijheid van beeld- en materiaalkeuze. De gevoelde vrijheid werd zichtbaar in de werken. Van 51 kunstenaars wordt werk getoond. Daarvan zijn zeven kunstenaars nog in leven. Tijdens de persconferentie was de Duitse kunstenaars K.O. Götz met een actieve bijdrage aanwezig. Hij sprak ook over het informele van deze stroming door het volledig loslaten van klassieke vormingsprincipes. Op de werken is dat goed te zien. Verven werden gegoten op het doek en ruw behandeld, werd het doek vooraf beschadigd of een laagje verf met een snelheid op het doek gebracht. Op de grond liggende doeken ontwikkelden zich als het nieuwe toneel voor de kunstenaar. De overgang naar de latere actieve kunst werd reeds aangekondigd, die later zelfs door de kunstenaar Harold Rosenberg als het begrip “action painting” is genoemd. Het begrip “informele kunst” is benoemd door de Franse criticus Michel Tapié. De Düsseldorfse expositie concentreert zich dus op die specifieke kunst tussen 1946 en 1964. Daarna begon de “Pop Art” het toneel van de kunst te domineren. In de expositie vinden bezoekers werken van onder andere de Duitse kunstenaars Götz, Brüning, Dahmen, Gaul, Hoehme, Trier, Nay, Schumacher en Sonderborg tussen kunstenaars als Pollock, Tápies, Wou-Ki, Mathieu, Shiraga, Gottlieb, Ernst, Miró, Dubuffet, Appel, De Kooning en Rothko.

Bij de expositie hoort een geïllustreerde kunstbeschouwing over het ontstaan en de inhoud van het abstracte expressionisme, ook wel kunst van de absolute vrijheid in het creatief uiting geven van gevoelens en geestelijke observaties genoemd. De mooi vormgegeven catalogus vangt aan met een aantal artikelen en beschouwingen over de specifieke radicale breuken in de kunst. De werken van 51 kunstenaars zijn in een speciaal deel van de catalogus kleurrijk weergegeven. Het eerste werk is van de Nederlandse kunstenaar Karel Appel. De samenstellers kozen “Strandleven” uit het jaar 1957. Zeer kleurig en vol expressie is het werk van Ernst Wilhelm Nay. Voor de kunstliefhebbers, docenten en studenten in de kunstgeschiedenis een zeer waardevol kunstdocument voor inhoudelijke studie. In een chronologie geven de samenstellers een beeld van de jaarlijkse gebeurtenissen en feiten vanaf 1929 tot aan 1964. Van de kunstenaars wordt in korte biografieën een beeld geschetst door interessante feiten. De talrijke kunstzinnige bijdragen maken het geheel een kunstboek om te bezitten. De expositie was in 2010 te bewonderen in moderne ruimten van een groots opgezet museum. Talrijke andere tentoonstellingen zijn gelijktijdig te bezichtigen gedurende de looptijd van “Le grand geste!”.

ISBN 978-3-8321-9328-7, “Le grand geste! Informel und Abstrakter Expressionismus 1946-1964”, Kay Heymer, Susanne Rennert en Beat Wismer, DuMont Buchverlag, 2010, 360 pagina’s.

Museum Kunst Palast, Ehrenhof 4-5, D-40479 Düsseldorf, www.smkp.de.


Gerelateerde artikelen