Ludwig Josef Johann Wittgenstein (1889-1951)

24 november 2021

De Oostenrijks-Britse filosoof Ludwig Josef Johann Wittgenstein (1889-1951) leverde uiterst waardevolle bijdragen aan de filosofie van de wiskunde en de filosofie van de geest. Ook stond hij aan de basis van de grondslagen van de logica. Wittgenstein volgde na zijn bijzondere vooropleidingen een studie tot werktuigkundig ingenieur en kwam al tijdens zijn ingenieursstudie op de hoogte van problemen in het definiëren van de grondslagen van de wiskunde.

Ludwig Josef Johann Wittgenstein (1889-1951)

Ludwig Wittgenstein stond aan de basis van de grondslagen van de logica.

Dit probleem bracht hem uiteindelijk in contact met de wereldbekende filosoof Bertrand Russell, die op dat moment als filosoof werkzaam was in het Engelse Cambridge. Bij het begin van de eerste wereldoorlog functioneerde hij als vrijwilliger in het Duits-Oostenrijkse leger.

In meerdere periodes in zijn leven hield hij een dagboek bij en correspondeerde met allerlei personen. Voor een interpretatie van de betekenis van zijn filosofie speelden zijn aantekeningen en zijn correspondentie een belangrijke rol. In de tweede wereldoorlog werkte hij als ambulancebroeder en in een medisch onderzoekslaboratorium.

Na het beëindigen van deze oorlog keerde hij terug naar de universiteit van Cambridge, maar gaf in 1947 zijn leerstoel aan de universiteit op. Als gevolg van een ongeneeslijke ziekte overleed Wittgenstein in 1951. In één van zijn hoofdwerken met de naam “Tractatus Logico - Philosophicus” filosofeerde hij over de relatie tussen taal, denken en werkelijkheid. Het werk verscheen rond eind 1921, maar was voor veel personen onbegrijpelijk en bleek onverkoopbaar te zijn.


Gerelateerde artikelen