Onmogelijke figuren

25 mei 2015

Recent verscheen een gecombineerde herdruk van twee bij velen geliefde en gewaardeerde boeken aan de hand van Bruno Ernst. Van de oorspronkelijke uitgaven “Avonturen met onmogelijke figuren” en “Het begoochelde oog” zijn vele exemplaren in vele talen gedrukt en verkocht. Toch is er nog steeds vraag naar deze rijk geïllustreerde educatieve en informatieve boeken. Het onderwerp wordt namelijk op een treffende wijze behandeld. Zijn boeken behoren tot de groep van internationale standaardwerken over dit fascinerende, prikkelende, unieke en magische themagebied in de wereld van het kijken, waarnemen en herkennen.

Onmogelijke figuren

Onmogelijke figuren

Ondanks dat onmogelijke figuren niet echt kunnen bestaan, kunnen wij ze toch zien. Ze zetten ons op het verkeerde been en verleiden de toeschouwer om achter het geheim te komen. Kunstenaars als M.C. Escher en Oscar Reutersvärd waren één van eersten die onmogelijke objecten en onmogelijke constructies ontwierpen. Het nieuwe boek geeft een uitstekende beschrijving over de geschiedenis van het ontstaan van optische illusies en optisch bedrog en geeft keurige afbeeldingen van wonderlijke ondingen, die niet bestaan.

Het eerste deel van de heruitgave start met een inleiding over het fenomeen van de onmogelijkheid van onmogelijke figuren. De auteur laat daarbij zien dat de vermeende onmogelijkheid van deze vreemde figuren niet zo absoluut is als bijvoorbeeld dat van een vierkante cirkel. De onmogelijke figuren in het boek zijn wonderlijk genoeg wel voor te stellen en dat is heel aantrekkelijk. Het proces dat dit allemaal mogelijk maakt noemen we zien. “Zien is geloven” geldt zeker bij het aanschouwen van de manipulaties van het menselijk oog. De auteur bespreekt alles vanuit eenvoudige basisvoorstellingen en laat de lezer zelf de oplossing ontdekken.

In 1934 tekende de Zweedse kunstenaar Oscar Reutersvärd negen kubussen in een onmogelijk driehoek. Ook M.C. Escher maakte in zijn ontwerpen gebruik van de onmogelijke driebalk (Waterval, 1961) en van de onmogelijke vierbalk in zijn litho (Klimmen en dalen, 1960). In het tweede deel “Het begoochelde oog” voegt Bruno Ernst in zijn inleiding het beeld van de meerduidige figuren toe aan de reeks verklaringen over optische illusies.

In het hoofdstuk “Zien als een informatieverwerking” krijgt de lezer een uitstekend beeld van ons oog als een optisch instrument en het functioneren van onze hersenen bij het kijken naar en zien van voorstellingen. Vormen van hol en bol, inversies, de kubus van Necker en de Thiéry-figuur zijn behandeld. Om het geheel met voorbeelden te illustreren is onder andere gekozen voor zeefdrukken van Dirk Huizer en kleurige schilderijen van Jos de Mey. Door de betekenis van het onderwerp is dit boek geschikt voor het gebruik in kunstopleidingen en in de huiselijke sfeer.

ISBN 978 90 5764 754 3, “Onmogelijke figuren”, Bruno Ernst, Librero Nederland, 2006, 175 pagina’s.


Gerelateerde artikelen