Orbison Illusie

15 maart 2013

Dat klopt inderdaad. Alleen wordt de vervorming slechts suggestief vanuit ons brein aan ons doorgegeven; in werkelijkheid is de cirkel volmaakt rond, zonder deuken of andere vervormingen. De achtergrond zorgt voor verwarring in onze hersenen.

Orbison Illusie

Cirkel lijkt enorm te vervormen?

De Orbison illusie is eigenlijk een variant op de bekende visuele illusies van Wundt en van Hering, maar is toch een uiterst boeiend verschijnsel van optisch bedrog. In het jaar 1939 publiceerde en beschreef de Amerikaanse psycholoog William Dillard Orbison (1911-1952) zijn vondst. De afbeelding met de Orbison illusie is een visuele variant op de Hering illusie. De schuine pijlvormige lijnen geven het rondje wel een heel bijzonder effect mee. Rechtsboven heeft het rondje een flinke deuk opgelopen. De verbuiging in het visuele beeld wordt veroorzaakt door de steeds spitser toelopende punten.

Optisch bedrog dankzij combinaties

De combinaties en geometrische patronen van lijnen veroorzaken komische effecten op rondjes en vierkantjes in het midden van de voorstellingen. Van deze vorm van optisch bedrog bestaan inmiddels vele eenvoudig samengestelde illustraties en met ingewikkelde constructies, waarin het verschijnsel wel aanwezig is, maar nauwelijks gezien wordt. Met een liniaal als hulpmiddel wordt de raadselachtige verbuiging van het vierkant weer gewoon een aantal rechte lijnen. Haal je de liniaal weg dan ontstaat er onmiddellijk weer de oorpronkelijk vervormde situatie.

Geometrische optische illusies

De verschijnselen van Hering, Ehrenstein, Wundt en Orbison behoren tot de groep van geometrische optische illusies en bedriegen op een merkwaardige wijze ons vermogen tot waarnemen en herkennen. Een combinatie van factoren in ons proces van visuele waarneming zorgt ervoor dat wij zo op een vals spoor worden gezet. We willen zo graag rechte lijnen zien, maar op één of andere wijze lukt het niet door de geometrische illustratie op de achtergrond. Veel geleerden zijn nog altijd op zoek naar het geheim achter dit bedrieglijke visuele verschijnsel.

Orbison Illusie - 2 Orbison Illusie - 3

Onze wereld waarin wij dagelijks leven is driedimensionaal gevormd en vanuit ons perspectivisch gezichtsveld nemen we die wereld bij nadere beschouwing volkomen vervormd waar. Objecten worden met een sterke kromming op ons netvlies in twee dimensies afgebeeld en de onderlinge verhoudingen tussen verschillende scènes, objecten en de bijbehorende geometrische lijnen en vormen zijn flink vertekend. Dat wij die objecten en voorwerpen toch in de juiste proporties kunnen waarnemen danken wij aan ons leerproces, ervaring, herinnering en de fascinerende werking van onze hersenen.

Visuele correcties van objectgrootte

Ons waarnemingssysteem beoordeelt en corrigeert zonodig de grootte van figuren, voordat ze definitief in ons opslagmedium worden opgeslagen. In de theorie van de visuele perceptie verklaren we dit gedrag als het principe van de grootteconstante. Volgens dit principe wordt de grootte van een object niet altijd proportioneel op het netvlies geprojecteerd, maar vanuit onze ervaringen opgebouwd met de referenties uit de directe omgeving. Met de gegevens van onze waarneming en de vergelijking met de reeds opgeslagen beelden is het nagenoeg onmogelijk om een verkeerde beoordeling te doen. Toch is het mogelijk dat wij ons laten misleiden door objecten in de directe omgeving van hetgeen wij willen observeren. En dat lukt ook nog!

Het maanillusie effect

Onze schatting van de grootte van figuren geschiedt voornamelijk door vergelijking met figuren in de naaste omgeving. Als de figuren klein zijn en hun afstand tot die vergelijkingsfiguren kort is, leidt dit vaak tot een flinke overschatting. Dit effect is bekend als maanillusie. Plaats men twee identieke figuren elk in twee omgevingen van verschillende grootte, dan lijkt het voorwerp in de kleinste omgeving groter dan dat in de grootste omgeving door het contrast ten opzichte van die omgeving. In het voorbeeld met de twee identieke vierkantjes is duidelijk te zien dat rechts het vierkantje groter lijkt.

Dit experiment is gebaseerd op de Titchener illusie (afb. 3) en is in 1954 ontwikkeld door de Japanse professor Torao Obonai (1899-1968). Op het principe van de objectgrootte zijn nog meer fascinerende visuele verschijnselen bekend en in vele varianten uitgewerkt. In het algemeen verdwijnt het effect van de meeste visuele illusies na een volledige fixatie van de voorstelling na 2 tot 10 s.


Gerelateerde artikelen