Pjotr Leonidovitsj Kapitsa (1894-1984)

De Russische natuurkundige Pjotr Kapitsa (1894-1984) ontving 40 jaar geleden de Nobelprijs voor de Natuurkunde in 1978 voor zijn fundamentele uitvindingen, ontdekkingen en bijdragen op het gebied van de lage temperatuur fysica. De prijs deelde hij met Robert Woodrow Wilson en Arno Allan Penzias. Kapitsa’s carrière startte op de elektromechanische faculteit van het Polytechnisch Instituut in Sint-Petersburg.

Pjotr Kapitsa ontving in 1978 de Nobelprijs voor de Natuurkunde.

In 1918 studeerde hij af als elektrotechnisch ingenieur en vervolgde met een studie natuurkunde. Vanaf 1921 verbleef hij voor zijn wetenschappelijke functies en werkzaamheden tot in 1934 in het Engelse Cambridge en werkte samen met Ernest Rutherford.

Bij zijn jaarlijkse familiebezoek aan Rusland mocht hij in 1934 het land niet meer verlaten en werd zijn paspoort ingenomen. In de jaren van 1946 tot 1956 kreeg hij huisarrest als straf voor een weigering om aan het kernwapenprogramma van de Sovjet-Unie mee te werken. Hij overleed in Moskou.