Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (68a)

14 oktober 2024

Het visuele verschijnsel van kleurenblindheid (veelal kleurenzienstoornis genoemd) werd pas rond 250 jaar geleden opgemerkt en in de geschriften van Joseph Priestley (1733-1804) beschreven. Hij constateerde in 1777 namelijk kleurenblindheid bij een schoenmaker en bij beide broers. In 1794 onderzocht John Dalton (1766-1844), een Engelse schei- en natuurkundige en zelf ook kleurenblind, voor het eerst kleurenblindheid uitgebreider dan anderen dat deden.

Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (68a)

Het omgaan met kleurenblindheid

Sedert 1827 noemde men kleurenblindheid lange tijd naar hem met de term “Daltonisme”. Tegenwoordig wordt deze benaming niet meer gebruikt. Zo geeft de auteur en oogarts dr. H.J. Oltmanns weer wat wij toen wisten over de geschiedenis van het ontstaan van onze kennis over het verschijnsel van kleurenblindheid in een uitgave van de wekelijks verschijnende informatieve publicaties in de AO-reeks.

Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (68a) - 2 Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (68a) - 3 Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (68a) - 4
Sir Isaac Newton (1643-1727) bracht het kleurenspectrum in het zonlicht tijdens een experiment met een optisch prisma in beeld.

Uitgave 1055 in de reeks Actuele Onderwerpen geeft ook nu nog op een voortreffelijke en heldere wijze de theoretische en praktische grondslagen over kleurenblindheid weer. Natuurlijk is er vanaf het jaar 1965 heel veel kennis over het fenomeen van kleurenzienstoornis toegevoegd aan de hoeveelheid aan eerder verkregen kennis, ervaring en wetenswaardigheden. In de bijzondere rubiek “Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies” mag daarom de publicatie niet ontbreken. (Wordt vervolgd).

Kleurenblindheid, H.J. Oltmanns, Stichting IVIO, 1965, AO-reeks nr.1055, 16 pagina’s.


Gerelateerde artikelen