Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (69a)

De wereldbekende begrippen masers en lasers zijn inmiddels volledig ingeburgerd in de wetenschap en techniek, cultuur en kunst en in medische beeldtechnieken, registratiemethoden en registratietechnieken. Pas in de tweede helft van de 20e eeuw zijn beide begrippen gelanceerd in nieuwsberichten, artikelen met een wetenschappelijke grondslag en in rapporten over innovatieve vindingen en toepassingen.

Van de masers naar de lasers

De komst van deze twee benamingen voor een spraakmakende ontdekking, respectievelijk uitvinding was voor de redactie van het wekelijks verschijnende AO-boekje een aanleiding om auteur, wis- en natuurkundige en bekend natuurwetenschapper dr. D. Burger te vragen om de lezers van de AO-boekjes dieper inzicht te geven in de actualiteit en in ontwikkelingen van wetenschap en kunst rondom de kort daarvoor gepresenteerde optische technieken van masers en lasers.

In het AO-boekje 975, dat verscheen op 30-8-1963, bespreekt de auteur het ontstaan ervan, de principes en de toepassingen op een heldere en aangename wijze. In een kader geeft hij een aantal opmerkelijke feiten en gebeurtenissen weer over de komst van de maser en laser en de belangrijkste ontwikkelingen daarna. Het overzicht gaat niet verder dan het jaar 1962. (Wordt vervolgd).

Lasers & Applications mei 1985 en National Geographic maart 1984. De holografische folie op beide tijdschriften is onder andere ontstaan dankzij het gebruik van de lichtstraling uit een laser tijdens de opnamesituatie voor het realiseren van het “moeder”-hologram. Daarna volgt het maken van een stempel met de holografische afbeelding en het gebruik van dragermateriaal. De beide hologrammen kunnen worden bekeken bij daglicht of onder het licht van een lichtbron.

“Van masers en lasers”, dr. D. Burger, Stichting IVIO, 1963, AO-reeks nr. 975, 16 pagina’s.