Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (69c)

22 november 2024

Dit proces heet spontane emissie. Treft dit foton een elektron in een ander atoom in dezelfde aangeslagen toestand, dan zal ook dit elektron terugvallen, onder de uitzending van weer een foton dat dan in fase loopt met het eerste, zodat coherente en monochromatische straling opgewekt wordt. Dit proces heet dan gestimuleerde emissie.

Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (69c)

Van de masers naar de lasers

Masers en lasers zenden in de actieve fase zichtbare of onzichtbare stralen als een sterke bundel uit, die dan zodanig geconcentreerd zijn dat men daarmee met het grootste gemak in een uiterst korte tijd een gaatje in een stalen plaat van 3 mm dikte smelt. De betrouwbaarheid van de moderne laser stelt oogartsen in staat een losgelaten netvlies in het menselijk oog plaatselijk te hechten.

Lichtstraling, of meer algemeen gezegd de elektromagnetische golven, is inmiddels een “instrument” geworden waarmee wij kunnen werken. Aan het gebruik van de laser (de maser wordt nog nauwelijks toegepast) zijn wel wettelijke voorschriften verbonden vanwege het gevaar van verbranding en schade aan de huid en het oog. Met heel “sterke” lasers kan lichtstraling met veel energie over grote afstanden worden overgebracht. In misdaadfilms en SF-films zijn daarvan voorbeelden te zien.

Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (69c) - 2 Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (69c) - 3
Wilt u meer weten over deze lees- en leerboekjes met aanwijzingen voor het experimenteren met lasers en holografie kijk dan op de OF-website.

De auteur geeft een compacte uitleg over lichtdeeltjes of fotonen en toont de grondbeginselen van de golftheorie, bespreekt enkele lasersoorten uit de periode van het verschijnen van het AO-boekje en geeft een beeld van enkele hoogtepunten in de periode rond 1960. Zo presenteerde onderzoeker dr. Theodore H. Maiman in 1960 de robijnlaser.

De bouw en eigenschappen van de robijnlaser worden voor de lezers uitgebreid besproken. Ook de typen gaslaser en injectielaser zijn aangegeven en hun specifieke eigenschappen besproken. Op het gebied van laseronderzoek en de verdere technische en wetenschappelijke resultaten, die daaruit zijn ontstaan, staan centraal in de afsluitende bijdragen in dit ook nu nog interessante AO-boekje.

“Van masers en lasers”, dr. D. Burger, Stichting IVIO, 1963, AO-reeks nr. 975, 16 pagina’s.