Verschillen tussen perceptie en beleving van ruimte zien

2 april 2018

In het studie- en referentieboek “The Perception and Cognition of Visual Space” geeft de auteur een antwoord op zijn centrale vraag: “Is het visuele systeem gebaseerd op objectieve kennis en ervaring en een subjectieve mening om visuele diepte te onderscheiden?” Om daarop een bruikbaar antwoord te geven is het noodzakelijk om alle optische en fysiologische signalen om diepte in beelden, objecten en in scènes optimaal te kunnen waarnemen te inventariseren en te specificeren.

Verschillen tussen perceptie en beleving van ruimte zien

The Perception and Cognition of Visual Space

Hij onderzoekt ook onze onbewuste postperceptuele oordelen over de visuele ruimte. De inhoud is van bijzondere waarde voor alle docenten en studenten in studies Visuele Waarneming en Multimedia en voor psychologen, filosofen, fysiologen en alle onderzoekers, technici en ontwerpers die werken op het gebied van virtuele en augmented visuele realiteiten. In vier samenhangende hoofdstukken behandelt hij het principe van stereopsis.

In de benadering van het principe gaat de auteur er vanuit dat er momenteel twee benaderingen van stereopsis bestaan. Bij de verklaringen is er onder andere aandacht voor het werk van Wheatstone, Julesz, Kanizsa en kunst van Patrick Hughes. Hoofdstukken 2 en 3 behandelen stereopsis in de aanwezigheid en afwezigheid van binoculaire ongelijkheid. Het vierde hoofdstuk bespreekt de fysiologie en optica van monoculaire stereopsis. Een leerzame benadering van het 3D zien. Het boek bevat een trefwoordenregister en vier literatuuroverzichten.

ISBN 978-3-319-66292-3, “The Perception and Cognition of Visual Space”, Paul Linton, Springer Verlag, 2017, 162 pagina’s.